FAQ - Metalen platen
Hier vindt u antwoorden op de meest gestelde vragen over metalen platen. Heeft u verder vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.
Staal: Zeer stevig, lange levensduur door zinklaag en coating, veelzijdig te gebruiken, roest niet zolang de coating niet beschadigd is.
Aluminium: Duidelijk lichter in gewicht en iets langere levensduur dan staal, roest niet, uitermate geschikt voor industrie en aan de kust.
Materiaaleigenschappen
Staal | Aluminium | |
---|---|---|
Prijs: | ||
Gewicht: | ||
Stabiliteit: | ||
Draaglast: | ||
Levensduur: | ||
Hagelbestendig: | ||
Uitzetting: | ||
Recycling: | ||
Coatings: | ||
Diktes: | ||
Kleuren: |
= Zeer goed | |
= Goed | |
= Tevredenstellend |
Alle metalen profielplaten zijn compleet van een coating of beschermlak voorzien. Er zijn verschillende coatings die in dikte en oppervlaktestructuur verschillen. De dikte van de coating wordt in de eenheid micron (µm) aangegeven (spreek uit: mu). Hoe dikker de coating, hoe beter de bescherming en dus ook hoe langer de garantie: de 80 µm Shimoco coating heeft bijvoorbeeld een garantie tot 30 jaar. De coating beschermt niet alleen de profielplaten maar geeft de platen door de oppervlaktestructuur ook een bepaalde uitstraling. Daarnaast kunnen de coatings verschillende RAL-kleuren hebben. Het kleurenpalet in ons assortiment is zeer omvangrijk, vooral bij de meest verkochte coating “licht glanzend 25 µm polyester” heeft u een grote keus aan kleuren. Bij de 35 µm matpolyester coating hebben we nog een bijzonderheid: de gevelplaten van damwand- en golfplaten bieden we aan in houtoptiek waarbij ook de oppervlaktestructuur van de coating op hout lijkt.
Van onder naar boven:
1. Beschermende laklaag aan de onderkant / rugzijde
2. Primer - hechtingsverflaag
3. Passivering - corrosiebeschermingslaag
4. Zinklaag
5. Staal- / aluminium plaat
6. Zinklaag
7. Passivering - corrosiebeschermingslaag
8. Primer - hechtingsverflaag
9. Deklaag (oppervlaktecoating)
1e keus: Trapezium- en golfplaten vanaf 0,50 mm volgens DIN 1090 en typekeuring voor overspanningen > 1 m (zie belastingstabellen voor juiste overspanningen). Evenals pan- en felsbanen vanaf 0,40 mm volgens DIN 14782 met gespecificeerde overspanningen (zie montagehandleiding). Naast de wettelijke garantie krijgt u een fabrieksgarantie tot 30 jaar op doorroesten en coating, afhankelijk van de coating.
Restpartij: Geprofileerde platen vanaf 0,40 mm volgens DIN 14782 zonder typekeuring. Het is van essentieel belang dat de steunafstanden (dak tot 1,00 m, muur tot 0,80 cm) niet worden overschreden. Als een statische berekening vereist is, gebruik dan geen producten volgens DIN 14782. Gebruik in dat geval bladen van eerste keuze. Naast de wettelijke garantie hebben sommige producten een extra fabrieksgarantie voor doorroesten en eventueel coaten. Dit staat bij het product vermeld. Het materiaal wordt voor elke bestelling nieuw geproduceerd. Special item sheets zijn dus geen afgedankte of beschadigde goederen.
Wij bieden dakpan-, trapezium- en golfplaten met een optionele vliescoating aan de onderkant als dripbescherming. De viltlaag wordt tijdens het productieproces op de onderkant van de dakplaat gelamineerd. Het antidruppelvlies absorbeert de condens die van tijd tot tijd ontstaat door temperatuurschommelingen. Hierdoor vormen zich geen druppels aan de onderkant van de platen en het vlies voorkomt ongecontroleerd druppelen van de condens. Bovendien absorbeert de fleece coating storende geluiden, bijvoorbeeld van hagel of regen. De fleece coating is verkrijgbaar in verschillende varianten.
Een voorwaarde voor het gebruik van antidruipvlies is een dakhelling van minstens 10° en voldoende ventilatie onder het vlies, zodat het geabsorbeerde vocht weer in de opstijgende warme luchtstroom terecht kan komen en kan verdampen.De brandklasse is een classificering waarin branden worden ingedeeld naar de brandende stof en het hiervoor geschikte blusmiddel. Er zijn vijf verschillende brandklassen: A, B, C, D en F (volgens de europese norm EN2 / EN 13501-1). De definitie van “brandklasse” wordt echter ook vaak gebruikt om te informeren over de “bouwstofklasse volgens DIN 4102”; een classificering waarin het brandgedrag en brandwerendheid van bouwmaterialen wordt beschreven.
Profielplaten zonder Anti-Drup viltlaag: DIN 4102 = A1, DIN EN 13501 = A1 - Niet brandbaar, geen rookontwikkeling, geen brandende / druppelvormige neerslag
Profielplaten met Anti-Drup viltlaag: DIN 4102 = A2, DIN EN 13501 = A2-s1, d0 - Niet brandbaar, geen rookontwikkeling, geen brandende / druppelvormige neerslag
Profielplaten met Anti-Drup Sound-Reduction viltlaag: DIN 4102 = B1, DIN EN 13501 = C-s1, d0 - Moeilijk ontvlambaar, geen rookontwikkeling, geen brandende / druppelvormige neerslag
De ondersteuningsafstand heeft met de bouw van de onderconstructie en de maximale belasting te maken. De afstanden tussen de dwars- of lengtebalken zijn bij de meeste metalen platen vastgelegde afstanden die men in acht dient te nemen om de stabiliteit en statiek van de dakbedekking te waarborgen.
De minimale hellingshoek is bij elke metalen plaat verschillend en dient men in acht te nemen. Een te geringe hellingshoek heeft tot gevolg dat het regenwater niet goed kan afvloeien en op het dak blijft liggen. De belasting kan hierdoor voor het dak te groot worden. Een juiste dakhelling heeft een positief neveneffect: door het beter afvloeiende regenwater worden de platen snel en beter vanzelf gereinigd.
Platen met de Anti-Drup viltlaag moeten toegepast worden bij een dakhelling van tenminste 10°. Daarnaast moet er ook een goede ventilatie onder de platen mogelijk zijn zodat het geabsorbeerde vocht ook weer kan verdampen en met de opstijgende luchtstroom aan de buitenlucht weer kan worden afgegeven.
Deze kunnen op twee manieren worden bevestigd: montage op de profielberg of montage in het profieldal. Als de platen op de profielberg worden gemonteerd heeft u kalotten en lange schroeven nodig. Bij montage in het dal heeft u kortere schroeven en geen kalotten nodig. In beide gevallen zijn echter aanvullend kortere overlappingsschroeven nodig.
De lengte is de afstand van de nok tot aan de goot, dus de afstand van het hoogste punt tot het laagste punt in de wateraflooprichting. De breedte van een dakoppervlak wordt gemeten van links naar rechts. U vindt in onze Webshop bij elke plaat een dwarsdoorsnede met de gegevens over de breedte van de metalen plaat in de tab “technische details” onder foto van de desbetreffende plaat.
Nee, het is niet mogelijk op het dak direct op de profielplaten te lopen. Het is wel mogelijk tijdens montage, schoonmaakwerkzaamheden of onderhoud een loopplank te gebruiken zodat het gewicht over de platen wordt verdeeld. Hierbij is het belangrijk dat het gewicht goed wordt verdeeld en niet op maar enkele punten de platen belast. Vanzelfsprekend moet ook de onderconstructie voldoende draagvermogen hebben en de extra belasting kunnen uithouden.
Ja, die profielplaten hebben een houten onderconstructie nodig die op de kepers van de kapconstructie wordt aangebracht en bestaat uit verticale tengellatten met daarop horizontale panlatten. De metalen platen worden dan op de panlatten gemonteerd. De afstand tussen de latten (ondersteuningsafstand of gordingafstand) is afhankelijk van het profiel en de dikte van de metalen plaat. Meer informatie hierover vindt u onder de foto van de uitgekozen profielplaat in de tab “technische details” of in de montagehandleiding in de tab “downloads”. Alleen met een correcte houten onderconstructie is een montage volgens de voorwaarden in de montagehandleiding mogelijk. De onderconstructie van tengel- en panlatten zorgt voor stabiliteit en maakt ventilatie mogelijk onder de profielplaten. Als de ondergrond van uw dak bestaat uit een dakbeschot met vlakke OSB-platen of bitumen banen, dan dient u hierop altijd eerst een houten onderconstructie van pan- en tengellatten aan te brengen. Het is namelijk belangrijk dat onder de metalen platen ventilatie mogelijk is. Met behulp van pan- en tengellatten is dit gewaarborgd en vermijdt u problemen met vocht.
Als de bliksem in een gebouw met een bliksembeveiligingsinstallatie inslaat leidt de bliksemafleider de stroom afkomstig van de blikseminslag door naar de aarding van het pand. De bliksem wordt via de bliksemafleider, die als onderdeel van de bliksembeveiligingsinstallatie op het hoogste punt van het object is aangebracht, veilig naar de aarde afgeleid. Conform de actueel geldende DIN norm voor bliksembeveiliging EN 62305-3 [9] is het mogelijk bouwelementen van metaal als bliksemafleider te gebruiken mits deze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bij een metalen dak bijvoorbeeld kan men het dak zelf gebruiken als bliksemafleiding. Het metalen dak vangt de bliksem op en leidt de stroom naar de afgaande geleiders die van een aarding moeten zijn voorzien. De verschillende elementen van het dak moeten dusdanig goed mechanisch en elektrisch met elkaar zijn verbonden zodat de bliksemstroom via de afleiders naar de aarde afgevoerd wordt. Het metalen dak moet dus geaard zijn. Het dak moet vakkundig conform de norm en geldende voorwaarden worden gemonteerd (zie ook de normen en voorschriften van bouwtoezicht, aanwijzingen en vakkundige adviezen van producent en vakpersoneel) en met de onderconstructie stabiel zijn verbonden. Na elke blikseminslag dient men alle bouwelementen te controleren en eventuele schade te repareren. U dient er rekening mee te houden dat de metalen platen die voor de dakbedekkingen worden gebruikt vanwege de geringe dikte bij een blikseminslag met bepaalde lading en sterkte wel degelijk kunnen doorsmelten.
Nee, de onderkant van de metalen platen heeft niet dezelfde kleurcoating als aan de bovenkant. Aan de onderkant is enkel een beschermende laklaag. Deze lak heeft een grijswitte kleur. Deze kleur heeft geen RAL- of kleurcode. Dit omdat kleurafwijkingen aan de onderkant van de platen mogelijk zijn. Platen met dezelfde kleurcoating aan de boven- en onderkant hebben wij helaas niet in ons assortiment.
De metalen platen voor het dak hebben aan één zijkant een capillaire groef. Via deze groef kan het regenwater wat door de wind eventueel onder de overlappingen wordt gedrukt naar de dakgoot worden afgevoerd. De gevelplaten hebben deze capillaire groef niet. Daarom is het ook belangrijk de gevelplaten niet als dakbedekking te gebruiken. De dakplaten kunt u daarentegen natuurlijk voor het dak maar naar wens ook als gevelbeplating gebruiken. Bij de damwandplaten zien de dak- en gevelplaten er bovendien anders uit. Het profiel van de gevelplaat is precies omgekeerd in vergelijking met de bijbehorende dakplaat. Dat komt omdat de damwandplaten voor dak en gevel door dezelfde profileerstraat gaan, maar omgekeerd worden gewalst. De afmetingen zijn gelijk, maar het profiel is ondersom.